Müßiggang
der Müßiggang
dem Müßiggang frönen
Heute fröne ich dem Müßiggang.
Sein Leben bestand nur noch aus Müßiggang.
der Müßiggänger / die Müßiggängerin
Müßiggang – wat een prachtig woord! En ook nog belangrijk. In de afgelopen jaren kon je dit woord vaker in de kranten lezen… “Müßiggang oder das aktive Nichtstun” (ZEIT Online), “Faulheit: Warum Trägheit und Müßiggang gut sind” (WELT) of “Müßiggang: Warum Nichtstun hohe Kunst ist” (Karrierebibel).
Wat is Müßiggang?
Müßiggang is het opzoeken van Muße – dus bewust vrije tijd nemen en zelf bepalen wat je ermee doet (of niet doet 😉 ). Müßiggang, dat is ontspannen en zonder plichten van je vrije tijd genieten. Het is geen uitdrukking in de zin van herstel van stress of lichamelijke inspanning. Veel meer gaat het om het genieten van intellectuele, geestelijke, amusante of plezierige activiteiten. Maar het kann ook het zalig nietsdoen betekenen.
Müßiggang is afkomstig van het Middelhoogduitse müezec gân (= müßig gehen, untätig sein, nichts tun, träge sein) en van het Oudhoogduitse muozîg (= Muße habend).
Müßiggang heeft in de spreektaal een negative tint en wordt vaak gelijkgezet met Faulheit (= luiheid). Dat komt doordat in de christelijke theologie luiheid éen van de hoofdzonden is. Dat vindt je ook in het spreekwoord “Müßiggang ist aller Laster Anfang” terug. Lange tijd was der Müßiggang een privilege van de adel en de bovenklasse van de clerus. Hier tegenover stonden de industrials, een hart werkende groep aangevoerd door industriëlen, bankiers, ingenieurs en wetenschappers.
Maar Müßiggang wordt ook positief gezien. Als het om kunst en cultuur gaat is Müßiggang natuurlijk altijd een onontbeerlijke basis.
„An sich ist Müßiggang durchaus nicht eine Wurzel allen Übels, sondern im Gegenteil ein geradezu göttliches Leben, solange man sich nicht langweilt.“ – Søren Kierkegaard
#mooisteDuitsewoorden