ausklamüsern
ausklamüsern
Weer een woord uit het noorden van Duitsland. En het klinkt ook weer zo mooi, toch? Ik ben met die Noord-Duitse woorden opgegroeid want mijn vader en mijn oma komen er vandaan. En ik gebruikte die woorden natuurlijk ook – maar ik woonde in Berlijn. Dus kreeg ik ook af en toe een wat vragende blik: Wat bedoel je ermee? Want niet iedereen kende al die leuke woorden. Maar ausklamüsern is wel goed bekend en staat ook in de Duden (de Duitse van Dale).
Maar wat betekent ausklamüsern nu eigenlijk precies?
Het betekent iets uitdokteren. Dus tot een oplossing komen door lang over iets nagedacht te hebben of door proberen.
Das müssen wir erst einmal ausklamüsern.
Das hat er sich selbst ausklamüsert.
Maar het kan ook betekenen dat je iets van plan bent.
Na, was klamüsert ihr denn aus?
Die Jungen haben etwas ausklamüsert.
Waar komt het woord vandaan?
Sinds het 16de eeuw is het woord bekend. Het is afgeleid van de Noord-Duitse woorden Klamüser (piekeraar), Kalmäuser (spottenderwijs voor geleerde), Stubenhocker (huismus) en Grübler (tobber/piekeraar)
Woordvormingen:
klamüsern
auseinanderklamüsern
#mooisteDuitsewoorden